Witlofcoöperatie Witcop is aanspreekpunt

De witlofcoöperatie blijkt steeds meer aanspreekpunt te worden van alle zaken die de witlof aangaan. Dat is niet zo vreemd omdat de witlofproductie dusdanig afwijkend is van andere teelten dat alleen ingewijden kunnen uitleggen wat consequenties zijn van wet en regelgeving voor de witlofproducent. Daar komt bij dat de witlofteelt relatief klein is daardoor extra energie moet stoppen in specifiek zaken voor witlof.

Toelatingen
De witlofproductie is niet te vergelijken met bekende teelten en is niet dusdanig grootschalig dat er een algemene benchmark is. Dat leidt in wetgeving waaronder de toelating van gewasbeschermingsmiddelen tot onduidelijkheden op etiketten en tot vragen bij de beoordelende commissie. De toelating van Previcur Energy bijvoorbeeld kent een toepassing van eens per 12 maanden. De praktische en bedoelde toepassing zou moeten zijn 1 maal per trekperiode. Echter wordt beoordeelt op basis van teelten die veelal eenmalig geplant worden. Het bestuur van de witlofcoöperatie heeft een document op gesteld waarin de witlofteelt wordt uitgelegd en heeft een rekensom gemaakt over het gebruik en verbruik van water. Daarnaast heeft de coöperatie onderzoek laten uitvoeren naar residu in achterblijvend proceswater. De resultaten hiervan zijn verzameld en aangeboden aan het CTGB met het verzoek om een praktische invulling van het witlofetiket. In navolging hierop gaat het bestuur in gesprek met het CTGB.

Plantenpaspoort
In de Europese plantgezondheidsverordening is afgesproken dat planten die bedoeld zijn om te worden uitgeplant, moeten worden voorzien van een plantenpaspoort. Ook de witlofpennen bestemd voor de trek zouden hier aan moeten voldoen. De witlofcoöperatie heeft in afstemming met Belgische en Franse witlof vertegenwoordigers in de eigen lidstaten een uitzondering gevraagd voor witlof. Dat is niet gehonoreerd omdat witlof uitdrukkelijk in de Europese verordening is genoemd.
Vervolgens heeft de witlofcoöperatie bij de NVWA uitgelegd hoe de witlofproductie in elkaar zit en hoe de structuur in de Nederlandse witlofsector in elkaar steekt. Het resultaat is dat de NVWA voor de witlofpennen die onder contract geteeld worden voor een Nederlandse witloftrekker een uitzondering heeft gecreëerd: witlofpennen met een contract voor de trek in eigen land worden vrijgesteld van het plantenpaspoort. Partijen met vrije pennen en pennen die de grens overschrijden dienen vanaf 14 december te zijn voorzien van een plantenpaspoort. Inmiddels heeft de Belgische NVWA de Nederlandse beleidslijn overgenomen. Voor het overgrote deel van de Nederlandse witlofsector betekent dit een vrijstelling van het plantenpaspoort. Dus geen extra administratieve controle op de witlofbedrijven. Meer weten? vragen@witcop.nl.

Knelpunten oplossen dankzij witlofsector
De coöperatie is vertegenwoordigd in de middelenwerkgroep van LTO. Daarnaast heeft de coöperatie direct contact met de beleidsspecialist van het GroentenFruit Huis. Dat betekent dat er verschillende routes zijn om te komen tot nieuwe toelatingen van middelen. Zoals bekend vraagt iedere stof en iedere situatie zijn eigen specifieke route. Daarvoor is contact met de toelatingshouder zeker zo belangrijk als inzicht in de juiste route. Belangrijk daarvoor is wel dat de coöperatie gevoed wordt. Dat kan via mailadres: knelpunt@witcop.nl

De witlofcoöperatie is gebaseerd op gezamenlijke ontwikkeling van kennis. En door die gezamenlijkheid wordt het mogelijk om meerder zaken rond witlof te voeden met specifieke kennis vanuit de witlofteelt. Het belang van samenwerken blijkt veel groter te zijn dan alleen het ontwikkelen van nieuwe kennis. Meer weten over de witlofcoöperatie kan natuurlijk altijd info@witcop.nl.